zaterdag 24 februari 2018

Dunedin & Otago Penisula



Dunedin, een studentenstad net als onze thuisstad Gent. Maar naast studenten heeft Dunedin nog meer gelijk met Gent: een mooi stationsgebouw, een zeehaven én z'n eigen Bourgoyen: Otago Penisula.

Thuis is zo nooit ver weg...
Flanders Fields laat hier ook wonden achter...

Stationsgebouw
Elke, een Duits meisje die we nu al 3x tegengekomen waren op reis, vroeg of ze een dagje met ons mee mocht op het schiereiland van Otago. Voor ons was het eens een welkome afwisseling. En voor haar een dag waarop ze niet alleen aan het wandelen was. Het was heel gezellig en we hadden erg leuke gesprekken over écht vanalles.

Wat zagen we allemaal tussen het gelach door?








Schapen en zeehonden...





Pyramiden, wetlands, Lovers Leap, lastige zandwandelpaden...



Vreemde rotsen... Miljoenen jaren geleden gevormd op de zeebodem met een enkel zoutkristalletje die aan het rollen ging!

Én een albatros! Grote vogels hoor!
De enige albatrossen trouwens in heel de wereld die op vasteland nestelen en niet op een eiland:


(Heel tegenstrijdig geval hier trouwens. Als Nieuw-Zeelanders het over pests hebben, dan zijn ze een eiland, maar als het over grote speciale vogels gaat, zijn ze ineens wel vasteland en geen eiland meer...)

We hadden echt zoveel plezier vandaag dat de dag zo om was en het alweer tijd was om de auto te nemen en richting de volgende plek om te slapen ging: Christchurch.

Onze laatste stop voor we naar El Mundo Español gaan!

The Catlins



We laten de zuidelijke alpen achter ons en nemen de Southern Scenic Route vanaf Te Anau naar Dunedin. 
Deze route is in totaal 650 km maar wij starten alvast wat verderop.

De laatste bergen verdwijnen in onze achteruitkijkspiegel en maken plaats voor een heel ander landschap. Op vele groene heuvels na en hier en daar een verlaten schuur, zien we niet veel beschaving voor de eerste 100 kilometers...



Ondertussen rijden we al een tijdje door het nationale park The Catlins.
En elke paar kilometer veranderd het landschap weer...



Van Schotse groene heuvels, naar de Krijtkusten van Dover, tropisch regenwoud of dan weer aangelegde naaldbomen.





Mooie landschappen genoeg dus, wat er niet genoeg was, was gsm-netwerk. Ondertussen zijn we dat wel alweer een tijdje gewoon en dat is nu ook weer het einde van de wereld niet. Toch?
We stoppen aan het zuidelijkste puntje van het zuidereiland, en het is ondertussen goed aan het stormen.


Even verderop kunnen we een zeehondenkolonie spotten. Maar we zagen er maar eentje. Het is ook geen weer om een (zee)hond door te jagen! Hij liet zich alvast niet storen door ons...





De auto staat nogal raar te wiebelen in de wind en even vrees ik dat we straks met auto en al door de bocht gaan hobbelen... Maar gelukkig laat onze oude Nissan ons niet in de steek! Want we gingen hem later die dag nog nodig hebben:

Een nogal hachelijke getijdenweg staat net onderwater... Ja, we moeten er wel door. Even sputtert de motor wat raar, maar Jonathan zet door en *oef* we stonden weer op het droge. Na een lange rit komen we eindelijk bij onze overnachtingsplaats aan in Curio Bay.


Tegen dat de avond valt gaan we nog de Yellow Eyed pinguïns spotten. Deze grappige vogels (die niet kunnen vliegen) hebben net kleintjes en de ouders trekken om beurten de zee in om voedsel te halen. We moeten er geen tekening bij maken dat dit een fantastisch schouwspel was. Het lijkt alsof we National Geographic in het echt beleven...




We rijden verder door the Cathlins en het weer is ons niet goed gegund. We switchen de hele tijd tussen regenjas, T-shirt, regenbroek of gewone broek...



Maar het weer houdt ons niet tegen om een rondje watervallen te bekijken, een boswandeling of 2 te doen en om langs een estuaire riviermonding te wandelen.





Het leek in de namiddag toch droog te blijven en we wagen het er op om een volgende kolonie zeehonden te spotten. En dat het de moeite was: spelende pups in hun persoonlijke zwembadje in de rotsen, slapende jongelingen en jagende ouders in de golven. Dit was de ultieme  vervolgaflevering van National Geographic!
(jammergenoeg te ver om te filmen...)





We sluiten de dag af bij de Cathedral Cove waar we zowaar op een baby blauwe pinguin stoten in 1 van de grotten... De dag kon niet mooier eindigen!



Of toch...?

Jonathan die chocoladefondue voor je maakt met een glas wijn! (De helft was al op voor we aan een foto dachten)





vrijdag 23 februari 2018

Southern alps



De Southern Alps is een alpine plooiing die zo'n 45miljoen jaar geleden gevormd werd. Deze bergketens komen met zo'n 2cm per jaar omhoog.

ROUTEBURN TRACK

Een alpine great walk van 32km en 2000 hoogtemeters over 1 van de meest spectaculairste vergezichten in dit gebied.


We konden het niet beter passen met de vooruitzichten van het weer: +30C en geen wolken. De wekker stond alweer heel vroeg en voor het ochtendgloren hadden we onze hiking boots al aan en waren al aan het rijden naar de start van de wandeling.


De vogeltjes waren nog maar net wakker en curieus als ze waren, vergezelden ze ons de eerste paar kilometers door het bos.
De weg ging redelijk gelijk naar boven en het duurde niet lang voor we aan de eerste hut waren. Enkele meerdaagse trekkers waren hun zakken nog aan het voorbereiden en wij rusten even uit met een sappige appel in onze handen.


We waren net aan de boomgrens aangekomen en de zon begon al aardig te branden op m'n schouders. We konden steeds verder kijken en de uitzichten werden steeds beter en beter.
Eenmaal op de pas was het nog maar een korte klim naar de top van Harris Saddle.



Van hieraf ging het alleen maar bergaf naar onze eerste hut bij Lake McKenzie. 
We namen een verfrissende duik in het bergmeer om onze spieren te ontspannen. Zo doen wielrenners dat toch ook na een zware dag, een ijsbad nemen?

Een voorbereidde maaltijd van de vorige dag smaakte erg lekker:




Hier sliepen we een nachtje in echte berghuttenstijl. Een lange rij matrassen naast elkaar, en je neemt er de geneugten van iedereen bij. Van snurkers tot luide hoesters, nachtelijke plassers en vroege vogels...

De volgende dag vervolgden we onze routeburntrek naar the Divide, waar onze auto klaarstond voor het volgende avontuur.

Eerst deden we nog een kleine klim naar de Key Summit. Waar we afscheid namen  van de mooie vergezichten waar we gedurende onze hele afdaling naar getuurd hadden...

KEPLER TREK

Nog een alpine great walk. Maar iets zwaarder dan de Routeburntrek: 60km en 2400 hoogtemeters.

Hier hadden we onze laatste vakantie in Zwitserland voor getraind. Kijken of we de afstand en hoogtemeters aan gingen kunnen. (Vanaf Évolène langs de Point du Tsaté naar de Cabane de Moiry, hier een nachtje slapen en dan over Zinal naar Grimentz)



Dit is vakantie: om 4.30 de wekker om om 5.30 al aan het stappen te zijn met de zaklamp.
Het was heel donker en we bleven dichtbij elkaar want we hoorden vreemde geluiden in het bos: een vreselijk geschreeuw, precies of er werd iemand vermoord. Blijkbaar is dit het geluid dat de Kiwi maakt! Heel beangstigd maar achteraf heel speciaal dat we deze bedreigde diersoort toch gehoord hebben in het wild!


Doorheen de takken van de bomen zagen we de zon opkomen. Het beloofde weer een mooie dag te worden en het zweet parelde alweer op mn voorhoofd. Eens we boven de bomengrens kwamen werden we niet meer beschermd en had de wind vrij spel op deze graslanden.


Na 3 kwartier kwamen we bij de eerste hut aan en aten hier ook weer een Nieuw-Zeelandse appel en wat salami om aan te sterken.


We deden nog een kleine detour langs enkele grotten waar we heel diep onder de grond afzakten. Ik kon alleen maar denken: hopelijk is er hier nu geen aardbeving, anders zijn we gejosd...




We klommen verder over de kam en écht waar... het was adembenemend mooi hier!



Links en rechts steile afgronden, in de verte een meer met groen beboste heuvels die wel in het water lijken te vallen... Jammer dat we er niet konden blijven, want de wind was hier wel een grote spelbreker...



Een 2u lange afdaling bracht ons dan bij de Iris Burn Hut tegen 16.30. Onze vermoeide benen lieten we even verfrissen in de waterval vlakbij en ik denk dat we tegen 20.30 al in ons bedje lagen te knorren.



De laatste dag was wat mij betreft een heel erg saaie. Heel de tijd langzaam afdalen en dit voor 25km lang. Veel variatie was er niet in de omgeving en we wandelden grotendeels door bossen.



Af en toe kwamen we uit het bos, en kregen dan een piepje van enkele shots uit de Lord Of the Rings films.



Na de laatste brug ging ons duimpje omhoog en we mochten meerijden met 3 Fransen uit Chamonix die hier zo maar even komen rotsklimmen zijn!